7 - 12 juli 2015: een steekvliegrijke trip door Duitsland.

Links zie je een kaartje met de routes die ik aflegde. Elke kleur stelt een andere reis voor. Start en finish is Erlecom (aangegeven met '0').

Elk reisdoel is op de kaart aangeduid met een cijfer; klik erop om direct naar dat onderdeel te gaan.

Samenvatting

Dinsdag 7 juli, 134 km:
Erlecom (NL) - Düsseldorf (D), bezoek aan Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen.
Rode route op de kaart naar reisdoel '1a'.
Düsseldorf (D) - Dormagen (D), bezoek aan camping Stand-Terrasse.
Rode route op de kaart naar reisdoel
'1b'.

Woensdag 8 juli, 64 km:
Dormagen (D) - Bonn (D), bezoek aan museum Bonn.
Groene route op de kaart naar reisdoel '2a'.
Bonn - Nürburg, bezoek aan Nürburgring Nordschleife.
Groene route op de kaart naar reisdoel '2b'.
Nürburg - Altenahr, bezoek aan camping Altenahr.
Groene route op de kaart naar reisdoel '2c'.

Donderdag 9 juli, 261 km:
Altenahr (D) - Mechernich (D), bezoek aan Bruder Feldkapelle.
Oranje route op de kaart naar reisdoel '3a'.
Mechernich (D) - Limburg an der Lahn (D), bezoek aan Dom.
Oranje route op de kaart naar reisdoel '3b'.

Vrijdag 10 juli, 172 km:
Limburg an der Lahn (D) - Frankfurt am Main (D), bezoek aan Schirn Kunsthalle.
Grijze route op de kaart naar reisdoel '4a'.
Frankfurt am Main (D) - motortreffen Großostheim (D).
Grijze route op de kaart naar reisdoel '4b'.

Zaterdag 11 juli, 0 km:
Motortreffen Großostheim (D).

Zondag 12 juli, 398 km:
Großostheim (D) - Erlecom (NL), home sweet home.
Roze route op de kaart naar reisdoel '0'.

Totaal: 1.029 km.

 
       
 

Dinsdag 7 juli: net zoals voorafgaande twee jaar wilde ik het motorrijden combineren met het bezoek aan interessante musea, én een leuk motortreffen bezoeken. Nogal tegengestelde doelen maar voorafgaande jaren bewezen dat het een goede mix is.

Om half 9 vertrok ik richting Keulen, via m'n favoriete Duitse snelweg, de A57.

 
       
 
 

Anderhalf uur later kwam ik op m'n eerste bestemming aan: Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen (Düsseldorf). Ik wilde de overzichtstentoonstelling 'Miró, Malerei als Poesie' ('Miró, Schilderen als Poëzie') bezoeken.

 
       
 
 

In de vorige eeuw was Joan Miró (1893-1983) een toonaangevende kunstenaar. Het grote publiek kent vooral zijn speelse, bijna naïeve, schilderijen.

 
         
   

Gedurende zijn leven werd hij geïnspireerd door zowel dichters als mede-kunstenaars, waaronder Jackson Pollock, zoals je in dit schilderij goed kunt zien.

Het viel me op hoe (overdreven?) beveiligd dit museum was: zo ongeveer naast elk schilderij stond een suppoost. En ik mocht er geen foto's maken, dus verder geen beelden van Miró, noch van Malevich, Picasso, Klee, Mondriaan, Léger of Giacommetti, die er ook hingen. Althans: hun werk.

 
       
 
 

In de middag reed ik naar camping Strand Terrasse in Dormagen, ten zuiden van Düsseldorf. Een mooie en rustige plek, gelegen aan de Rijn. Het was winderig en warm, ik bereidde in alle rust een stevige maaltijd (zeelucht maakt hongerig) en dronk daar een lekkere Erdinger bij.

 
       
 
 

De camping had een paar vreemde bewoners. Ik bedoel: wie plaatst er nou een porseleinen pop in z'n voortent...?

 
       
    's Avonds maakte ik een lange wandeling langs de oever.  
       
    Woensdag 8 juli: ik reed weg uit Dormagen om half 9, richting Kunstmuseum Bonn. Dit museum heeft uitsluitend Duits werk van na de Tweede Wereldoorlog.  
       
    Uiteraard waren alle 'grote jongens' aanwezig, zoals Joseph Beuys' performance 'Iphigénie' (Frankfurt, 1969). Toentertijd extreem vernieuwend, en ook nu nog best verontrustend: ik hou ervan.  
       
   

Iets actueler: Andreas Gursky's foto 'Chicago Board of Trade II' (1999).

Op dit moment ervaar je de enorme beperking van het computerscherm, vergeleken met 'the real thing', want dit werk meet 284 bij 157,4 cm. Het toont letterlijk honderden opgewonden effectenmakelaars, als mieren.

 
       
    Hier zoom ik in op het midden van de foto, om een indruk te geven van de detaillering. Ik stond een half uur met de neus op deze foto, wat de suppoosten nogal nerveus maakte.  
       
    Daarnaast was er een overzichtstentoonstelling van Frank Auerbach (Berlijn 1931). Zijn werk werd beïnvloed door Lucian Freud en Francis Bacon, van wie ik een groot bewonderaar ben. Auerbachs schilderijen worden bijna ruimtelijk door de dikke lagen verf.  
       
 
  Maar ik vond zijn zelfportretten indrukwekkender, zoals deze uit 1958.  
       
 
 

Nadat ik het museum verlaten had, vervolgde ik de reis naar de Nürburgring.

Confucius (551-479 B.C.) wist het al: 'De weg zelf is je bestemming'. En mijn favoriete Duitse provinciale weg is sinds jaar en dag de B257. Perfect asfalt, prachtige bochtige wegen.

 
       
 
 

Als je dit type waarschuwingsborden ziet, weet je genoeg: twee versnellingen terug en gas geven!

 
       
    Er was niet veel loos, en het weer werkte ook niet erg mee. Maar toch: weer even geroken aan dit wereldberoemde circuit.  
       
   

Omstreeks half 5 kwam ik aan bij motorhotel Am Tunnel. Ik kende dit hotel niet en wilde er de avond en nacht doorbrengen. Er was niemand aanwezig maar dat verbaasde me niet: ik had al op hun website gelezen dat bezoekers konden inchecken om 5 uur.
Ongeveer kwart over vijf belde ik toch maar eens het mobiele nummer van de eigenaar: er werd niet opgenomen. Dus een SMS gestuurd: geen antwoord. Om 6 uur nogmaals gebeld: ze waren in Nederland! Je begrijpt dat me dat nogal irriteerde. Nou, dat snapte de eigenaar dus niet: hij zei dat 'iedereen wel eens een afspraak heeft'.

En ik maar denken dat ze een hotel runnen. Domme ik. Slechte eerste indruk. En ook mijn laatste!

 
       
 
 

Dus reed ik naar de camping van Altenahr en zette m'n tent op. Het regende de hele nacht. Da's vertrouwd dus ik maak daar geen enkel punt van.

 
       
    Donderdag 9 juli: mijn camperende buren nodigden me uit voor een kop koffie; ze hadden het met me te doen, om de een of andere reden. Het kan toch niet m'n slaapgelegenheid zijn...? :)  
       
 
 

Mijn goede vriend en voormalig collega Peter Smeets raadde me aan om de Bruder Klaus Feldkapelle te bezoeken, in Mechernich. Het is een privé kapel, geweid aan de heilige Nikolaus von Flüe, plaatselijk bekend als Bruder Klaus. Het is ontworpen door de beroemde Zwitserse achitect Peter Zumthor.

Ik parkeerde de motor zo'n 1.300 meter van de kapel en liep naar boven. Best een stevige wandeling op deze warme en zonnige dag, in een leren motorpak, met bagage.

 
       
   

De kapel is een erg populaire bestemming voor toeristen (zoals ik) dus ik prees me gelukkig dat ik de kapel een kwartier voor mezelf had toen ik aankwam. De perfecte omstandigheid om het interieur niet alleen te zien maar vooral ook de rust te ervaren. Dit is de blik op de driehoekige deur, van binnenuit gezien.

 
       
 
 

Het is een kleine ruimte met grove structuren op de wand. Vertikale lijnen leiden het oog naar de opening bovenin. Moeilijk te beschijven, en nog moeilijker om goede foto's te maken.

Na een kwartier eindigde de meditatieve ervaring abrupt toen een horde toeristen de kapel betrad. En de mannen begonnen me te bevragen over de motor, die ze op de parkeerplaats gezien hadden. Dat noem je geloof ik 'reality kicking in'.

 
       
    Ik vervolgde m'n reis naar Limburg an der Lahn. Het begon weer te regenen, en die regen hield geen moment op.  
       
 
  Toen ik in Limburg an der Lahn aankwam, verscheen de zon weer. Ik zette m'n tent op op de plaatselijke camping en het lukte zowaar om m'n motorpak droog te krijgen (ik had, door onbekende redenen, m'n regenpak niet aangetrokken).  
       
 
 

Limburg an der Lahn heeft een beroemde 1100 jaar oude kathedraal. Het heeft niet minder dan zeven torens en een prachtig gotisch interieur.

De kerk overdonderde me niet, ik heb al veel prachtige kerken gezien in m'n leven. En ik heb toch meer op met moderne kunst.

 
       
 
 

Terug op de camping – in het midden zie je de Dom – bereidde ik een maaltijd ...

 
       
 
  ... en las mijn boek bij de rivier. De sfeer en de inhoud van het boek sloten goed aan.  
       
 
 

Vrijdag 10 juli: opnieuw buren die me verblijdden met een lekker kopje koffie. En het had 's nachts niet eens geregend! Het was wel een heldere en koude nacht geweest dus de koffie was erg welkom.

Op deze erg hete dag reed ik naar het centrum van Frankfurt, om de Schirn Kunsthalle te bezoeken. En propte daar mijn spullen in kluisjes.

 
       
 
 

 

Doug Aitken toonde me zonder twijfel de meest indrukwekkende kunst van deze week. Zijn spectaculaire film- and geluidinstallaties waren betoverend mooi, en ik bekeek ze keer op keer.

 
       
     

Ik verwierp mijn plan om nóg een museum in Frankfurt aan te doen, wetende dat niets deze ervaring zou kunnen overtreffen, of zelfs maar aanvullen.

 
       
    Dus reed ik naar Großostheim, waar het motortreffen zou plaatsvinden. Ik was daar nooit eerder geweest maar de foto's van afgelopen treffens spraken me wel aan.  
       
   

Onderweg stopte ik om te tanken, want een zescilinder lust wel een slokje. Ditmaal waren de locals echter niet alleen in m'n motor geïnteresseerd maar, spijtig genoeg, ook in m'n andere bezittingen: m'n compactcamera werd gejat, en daarmee ook alle foto's die ik tot dusver gemaakt had.

Dus alle voorafgaande foto's van dit verslag komen van andere trips, of van het internet, behalve de twee van Strand Terrasse die ik met m'n mobieltje gemaakt heb.

 
       
 
 

Dus dan maar met m'n mobieltje. Die maakt ook plaatjes..

Ik kwam omstreeks vier uur aan in Großostheim. Daar zette ik m'n tentje op en dronk een biertje die ze, helemaal Duits, serveren in een literpul. Het was meer dan dertig graden dus die ging er best in.

 
       
 
 

Het duurde niet lang voor de eerste burn-outs te zien, te horen en te ruiken waren. Ze hadden daar een speciale plek voor gebouwd, een zogenaamde 'Brenn Platte'.

 
       
 
  Ik maakte kennis met een groep van zeven Duitste vrienden, en we konden direct goed met elkaar opschieten.  
       
    Het plaatje zegt genoeg.  
       
 
 

We gingen naar de grote feesttent, maar niet lang want ik voelde me niet lekker doordat ik gestoken was door gemene kleine vliegjes.

 
       
 
 

De volgende ochtend was ik niet de enige die zich niet zo goed voelde.

Beweeg de muis over de foto om alle beweging in een half uur te zien.

 
       
 
 

M'n voeten en enkels waren gezwollen door de beten.

 
         
    Ik denk dat die kleine bloedzuigende rotzakken 'Blandford flies' heten.  
       
   

Hoe dan ook. 'Mijn groep' en ik gingen naar het plaatselijke zwembad om wat zon te vangen, en een paar biertjes. Daarna hebben we goed gegeten in een Joegoslavisch restaurant.

Van links naar rechts: Harry, Danny, ik, Marco, 'Schmock', Manuela, Suse en Frank.

 
       
 
 

Daarna werd er over motoren gepraat ...

 
       
   

... en fotootjes gemaakt ...

 
         
   

... en een beetje geposeerd...

 
       
   

... en, nou ja. ;)

 
       
 
 

Banden werden opgerookt ...

 
       
 
 

... enkele velgen weggevonkt ...

 
       
 
 

... en ik benutte het aanbod om eens een Gas Gas trialmotor te rijden. Een mooie nieuwe ervaring, en vermoeiender dan ik dacht.

 
       
   

Daarna met z'n allen de feesttent in om een paar desinfecterende biertjes te nuttigen ...

 
       
 
  ... Frank's verjaardag te vieren ...  
       
 
  ... te genieten van de band, en lol te maken.  

       
 
 

Zondag 10 juli. Gelukkig was ik nuchter (en wijs...) genoeg om aan het eind van de avond een taxi te nemen naar een plaatstelijk hotel. De steken begonnen namelijk te ontsteken en ik wilde een fatsoenlijke douche en desinfecterende maatregelen; zoiets vind je niet echt op een motortreffen.

 
       
 
 

's Ochtends keerde ik terug naar het treffen en pakte in. Ik kreeg m'n voeten ternauwernood in m'n laarzen geperst.

 
       
 
 

Onophoudelijke regen begeleidde me huiswaarts.

Al met al was het een kortere week dan normaal maar toch zeker de moeite waard!